Inleiding
Hoofdremcilinder
Voordrukventiel
Remlichtschakelaar

Remcilinder
Schijfrem
Remslang - leiding - vloeistof
Ontluchten remsysteem
Onderhoud - tips
Gereedschap
Fusee en naaf NSU TT
Ontluchten remsysteem
Remonderdelen
Schijfremmen NSU TT/TTS
Remsysteem NSU Prinz 4
Remleidingen maken
Remcilinder ATE documenten

 

Remsysteem TT

Remvloeistofreservoir, hoofdremcilinder, voordrukventiel (trommelrem), remdrukschakelaar, schijfrem / remschijf, trommelrem / remschoenen, remleidingen, remslangen en rempedaal.

Remsysteem TT

Inleiding

De remontwikkeling kreeg een belangrijke impuls toen dr. Alfred Teves in 1924 het Lockheed - hydraulische systeem, dat in Amerika werd toegepast, in Europa introduceerde. Doelstelling was om een remsysteem te maken, waarbij op de vier remcilinders gelijktijdig remdruk werd opgebouwd en dat deze goed te doseren was. Ook moest zo'n systeem zonder veel onderhoud langdurig blijven werken.
Op de NSU Wankel Spider (1964) kwamen als eerste schijfremmen vóór en de schijfremmen konden ook als extra worden geleverd vanaf 1964 op de NSU Prinz 4, de NSU SportPrinz en de NSU Typ 110 of de NSU 1200. Op de TT en TTS waren de schijfremmen vóór standaard en op de NSU Ro 80 (1967) werden remschijven vóór en achter gemonteerd.

In dit artikel uitleg over:

1. De hoofdremcilinder

Het centrale onderdeel dat als het hart gezien kan worden van het ATE Lockheed remsysteem is de hoofdremcilinder. Van daaruit lopen de remleidingen naar de vier remcilinders.
De hoofdremcilinder wordt in werking gebracht door de voetkracht op het rempedaal. Deze kracht wordt omgezet in hydraulische druk, waardoor de gelijktijdige remwerking in gang wordt gezet naar de remcilinders. Op het remsysteem is de Wet van Pascal van toepassing: een druk, op een vloeistof uitgeoefend, plant zich in alle richtingen met dezelfde grootte voort.
De volgende belangrijke functies moeten uitgevoerd worden:
1. zelfstandige bijvulling remvloeistof in het 'gesloten' remsysteem
en het opbouwen van remdruk;
2. snel werkend functioneren na korte pedaalindrukking;
3. het hydraulische vloeistofsysteem afschermen tegen lucht.

In het hoofdremcilinderhuis bevindt zich de zuiger met de op de remvloeistof afgestemde afdichtringen, de primaire afdichtring (los voor de zuiger) en de secundaire afdichtring (om de zuiger). De zuiger wordt door de zuigerdrukveer in rusttoestand gehouden en bij teruggaande slag in de oorspronkelijke ruststand gedrukt. De zuigerdrukveer zit tussen de primaire afdichtring en het bodemventiel.
Verder is er de aansluiting op het hoofdremcilinderhuis van het remvloeistof-reservoir. Bij de TT is de verbinding gemaakt met een rubber tule. Met de kleine navulboring (0,8 mm) vóór de primaire afdichtring en één grotere boring bij de zuiger, is de toegang van de remvloeistof tussen het reservoir en het druksysteem geregeld. Nadat het rempedaal is ingetrapt wordt de kleine navulboring afgesloten door de primaire afdichtring en is het systeem 'gesloten'. De in het druksysteem aanwezige remvloeistof kan nu de hydraulische druk in de remleidingen voortplanten naar de remcilinders. Om met geringe pedaaluitslag al snel een grote kracht te kunnen uitoefenen op de remschoenen (bij trommelremmen rondom), wordt het standaard bodemventiel gebruikt. Met dit bodemventiel, in combinatie met de zuigerdrukveer, wordt een zekere voordruk in het systeem gehouden.
Bij de NSU TT zit een speciaal bodemventiel met een klein gaatje, omdat de schijfremmen geen voordruk nodig hebben. Om die reden zit daarom in de remleiding naar de trommelremmen een voordrukventiel die de functie van de standaard bodemklep overneemt.

Om het binnendringen van lucht in het systeem te voorkomen is bij de zuiger een ruimte gemaakt die enerzijds in verbinding staat met het remvloeistof reservoir en aan de andere kant in verbinding staat, via 6 kleine boringen in de zuiger, met het hydraulische systeem.
Bij het snel terugkomen van het rempedaal ontstaat er een onderdruk in het systeem. Via de primaire afdichtring en de openingen van de zuiger wordt deze onderdruk aangevuld met remvloeistof uit het reservoir.
De remvloeistof neemt de volgende weg: de navulboringen, de messing ring en de openingen van de primaire afdichtring. Als de zuiger in de ruststand staat, zal de remvloeistof via de navulopeningen in balans worden gebracht. De messing ring heeft de functie om de gaatjes in ruststand af te dichten en de beschadiging van de primaire afdichtring te voorkomen.
De primaire afdichtring heeft niet alleen de functie om het hydraulische systeem af te dichten, maar zorgt er ook voor dat er geen lucht in het remsysteem kan binnendringen.
De TT hoofdremcilinder is identiek aan die van het type NSU 1000, met uitzondering van het bodemventiel. Normaal zit bij een gemonteerd speciaal bodemventiel een blauwe tape om de cilinder met daarop de tekst 'Ansluß mit Spezial Bodenventil'. Zie voor de afmetingen en onderdelen de tekening...

2. Het voordrukventiel en de remlichtschakelaar

Dit ventiel is een vervanging van het (standaard) bodemventiel en zorgt ervoor dat naar de leiding van de trommelremmen een voordruk aanwezig blijft. Bij opbouwende remdruk zal de kogelafdichting openen en de remcilinder zal gaan werken. Als het rempedaal wordt losgelaten, zorgt de afsluitende kogel voor een zekere restdruk in de leiding van de trommelremmen. De beide veren met de rubber afdichtring zorgen ervoor dat er bij optredende over- of onderdruk in de leiding, compensatie optreedt. De werking is in principe gelijk met een standaard bodemventiel.
Tip. Voordat het voordrukventiel gemonteerd wordt moet deze getest worden op de goede werking. Dit is eenvoudig te doen door een pen van ± 2 mm vanaf het zeskanthuis voorzichtig naar binnen te steken. De kogel moet met lichte druk van de rubber zitting gedrukt kunnen worden. Vanaf de andere kant moet de kogel ook indrukbaar zijn, echter met grotere druk.
De remlichtschakelaar werkt op de remdruk in het remsysteem. Het is een vrijwel onderhoudsvrij onderdeel en bij oplopende druk worden de beide aansluitlippen met elkaar verbonden. Alleen de drukopening kan wel eens dicht slibben.
Tekeningen van het voordrukventiel en de remlichtschakelaar hier...

3. De remcilinder voor de trommelrem

In de remcilinder zitten 2 met afdichtringen voorziene zuigers die door een drukveer van elkaar worden gehouden. Aan de bovenzijde van de cilinder zit een ontluchtnippel (M6) met slw 7 mm. Zorg voor goed afsluitende stofkappen. Controleer de 2 bevestigingsbouten M6 x 10 en vervang deze als ze verroest zijn. Als de remschoenen vervangen moeten worden, is het raadzaam om ook de 2 remcilinders los te maken en deze te reviseren. (Bijna altijd nodig...)
De aluminium zuigers zijn in de regel geanodiseerd, hierdoor ontstaat een harde toplaag. Door slijtage en corrosie verdwijnt deze laag gedeeltelijk. Een zuiger opnieuw polijsten kan best, maar de 'harde' laag verdwijnt hierdoor; hetgeen de levensduur verkort. Tekening remcilinder staat hier...

4. De schijfremmen

De remzadels links en rechts zijn verschillend, omdat de ontluchtingsnippel
M7 slw7 altijd aan de bovenzijde van de remzadel moet zitten. De zuigers hebben een diameter van 38 mm.
De afdichting wordt verkregen door een vierkantige afdichtring die in de groef van het remzadelhuis iets heen en weer kan schuiven. Er is geen voordruk in de remleiding aanwezig. Door het terug gaande rempedaal worden de zuiger naar binnen 'gezogen', waardoor de remblokken vrij komen te liggen.
De remschijven (TT) hebben een diameter van 229 mm. De remschijven van de 1200C (diameter 251 mm) kunnen niet voor de TT gebruikt worden. De dikte van de remschijf is 9 mm en kan maximaal tot 8,5 mm worden afgedraaid.
Het effectieve remoppervlak (van de 4 remblokken) is 82,5 cm2. Remblokken vervangen als de totale dikte 7 mm is (voering minimaal 2 mm). Altijd 4 remblokken vervangen. Remblokken van bijvoorbeeld FERODO type FDB 3M.
De pennenset met veerbeugel is van bijvoorbeeld het type 905 (Quick of PEX).
De tekening van de remzadel staat hier...

5. Remslangen, remleidingen en remvloeistof

Remslangen
Het is aan te bevelen de remslangen goed te controleren. Door invloed van buitenaf zoals vuil, water, vet, tecktiel, warmte en roest, verouderen de remslangen. Ook van binnenuit kunnen serieuze problemen ontstaan omdat de inwendige diameter vrij klein is (d= ± 1,5 mm) waardoor de slang, met name bij de nippels, dicht gaat zitten.

Remleidingen
De remleidingen moeten gecontroleerd worden op roestvorming. Remleidingen met roest direct vernieuwen. Origineel werden (worden) stalen remleidingen gemonteerd. Ter voorkoming van roest is het mogelijk om remleidingen te monteren die beter bestand zijn tegen roest. Het materiaal dat hiervoor gebruikt kan worden is CuNi10Fe (Cunifer), een koper, 10% nikkel en ijzerlegering. Afmeting remleiding 3/16" (4,75 mm) wanddikte 0,71 mm.
De remleidingen moeten zodanig geborgd of gefixeerd worden dat trillen wordt uitgesloten; gebruik hiervoor nylon binders.

Remvloeistof
Vervang 1x per jaar de remvloeistof en gebruik Ate SL DOT 4 of een gelijkwaardig product. Regelmatige vervanging is nodig omdat de remvloeistof langzaam water uit de lucht opneemt. Hierdoor wordt het kookpunt van de remvloeistof verlaagd.
Het kookpunt van Ate SL DOT 4 is 260 graden Celsius; het 'natte' kookpunt ligt op
165 graden Celsius (± 4 gew. % water).
Doe voorzichtig met remvloeistof; het tast lak vrij grondig en snel aan!

6. Onderhoud en tips

Revisie remcilinders
Indien de remcilinders uit elkaar worden gehaald is het raadzaam om te zorgen voor de nodige revisiesets (afdichtringen, stofkappen en/of zuigers). Maak de onderdelen goed schoon met spiritus. Controleer de boring van de cilinders en hoon deze eventueel naar de overmaat. Bij de afdichtringen van de zuiger ontstaan vaak 'ingevreten' randen; die moeten absoluut weggehoond worden. Indien de diameter daardoor te groot wordt kan de cilinder weggegooid worden. Maak de cilinderwand, de openingen en de afdichtingsvlakken (voor de leidingnippel) goed schoon en droog. Monteer de verschillende onderdelen met speciale ATE montagepasta. Gebruik montagegereedschap voor nieuwe afdichtringen en gebruik een zuigerklem tijdens het monteren van de remschoenen (zie hiervoor de tekeningen).
Tip. Controleer oude (nieuw verpakte) compleet gemonteerde remcilinders altijd op de kwaliteit van de afdichtringen. Na langdurig ongebruikte bewaring gaan de afdichtringen sterk in kwaliteit achteruit. Na controle en reiniging de zuigers met nieuw ATE montagepasta monteren.

Aanlopende of blokkerende remmen 'onderweg'
Onder bepaalde omstandigheden kan het voorkomen dat een trommelrem hardnekkig blijft aanlopen, waardoor oververhitting van de remtrommel optreedt. Mechanisch terugstellen van de remschoenen helpt niet meer, dus zit het probleem in de remcilinder. Knutselen in zo'n geval aan het inwendige van de remcilinder is af te raden. Het probleem is meestal een vastgelopen zuiger die niet meer vrijwillig terug wil. Als door verstelling van de remschoenen de remtrommel weer vrijloopt, zal na de eerstvolgende remactie de zaak weer 'vast' gaan zitten. Tip. Om deze herhaling te voorkomen is de volgende noodgreep een (tijdelijke) uitkomst. Schroef de nippel van de remleiding los, en sluit de leiding af met een kogel (5 mm) of iets dergelijks waardoor de cilinder geen druk meer krijgt.
Pas uw rijsnelheid aan; afwijkend remgedrag! Bij eerstkomende gelegenheid moet dit natuurlijk zo snel mogelijk verholpen worden.

Ontluchten - remvloeistof verversen

Remvloeistof verversen en ontluchten, lees dit hier...

Gereedschap

Gebruik een speciale open-ring steeksleutel om remleidingen (slw 11) en remslangen (slw 14) los en vast te draaien, dit omdat deze zeer vast kunnen zitten. Is het zeskant van een nippel eenmaal beschadigd, dan moet er gezaagd worden... Voor de ontluchtingsnippel, M6 remcilinders of M7 remklauwen, is een ringsleutel slw7 mm nodig. De nippels kunnen ook goed vastzitten en met een steeksleutel wordt het zeskant snel dol gedraaid... Voor de hoofdremcilinder en de wielremcilinder is verder geen speciaal gereedschap nodig, tenzij er gehoond moet worden.
Voor de remschoenmontage is een zuigerklem bij de remcilinder erg handig. Voor de remzadels is speciaal gereedschap erg makkelijk, maar niet direct noodzakelijk. Een 20° kaliber om de stand van de zuigers in te stellen, een tang om de cilinders te verdraaien en een tang om de zuigers naar binnen te drukken. Verder is een montagedoorn voor de montage van de afdichtringen noodzakelijk om te voorkomen dat die beschadigd worden, een hulppennetje om de cups goed in de remcilinder te geleiden en een wielremzuigerklem voor montage van de remschoenen.

Waarschuwing: dit artikel is met zorg samengesteld.
De auteur kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele onjuiste informatie of schade die hierdoor is ontstaan.
Werkzaamheden aan het remsysteem zijn voor eigen risico en aansprakelijkheid.
Voer werkzaamheden aan het remsysteem nauwkeurig en veilig uit of laat werkzaamheden aan het remsysteem door een deskundig autobedrijf uitvoeren.